James van der Zee
James Van Der Zee (1886 – 1983) was een Afro-Amerikaanse fotograaf die bekend staat om zijn portretten uit de Harlem Renaissance periode. Van Der Zee gebruikte fotografie niet alleen om black culture te vieren, maar ook om zijn modellen een gevoel van trots mee te geven. Hij begon met fotografie als tiener toen hij een camera won met een prijsvraag.

In 1916 opent hij zijn eigen studio in Harlem. In de daaropvolgende decennia fotografeert hij de inwoners van Harlem, bruiloften, begrafenissen, schoolkinderen, en parades en is hij huisfotograaf van burgerrechtenactivist Marcus Marcus Garvey’s Universal Negro Improvement Association and African Communities League, een organisatie die pleit voor vereniging van de zwarte Amerikaanse gemeenschap en de terugkeer naar Afrika als thuisbasis.
James Van Der Zee maakt honderdduizenden foto’s van bekende en onbekende mensen: Madam CJ Walker, Countee Cullen, Bill (“Bojangles”) Robinson, Joe Louis, Florence Mills en Marcus Garvey. In latere jaren zijn het o.a. Bill Cosby, Lou Rawls, Cicely Tyson, Muhammad Ali en Jean-Michel Basquiat.

Paul en Thelma Meers waren succesvolle entertainers. Het knappe paar voelt zich helemaal thuis op West 127th Street, een woonstraat in Harlem, New York. Elk detail van de foto straalt glans en welvaart uit: hun luxe auto, bontjassen en serene uitdrukkingen projecteren samen een krachtige aura van tevredenheid. Hun Cadillac V-16 Roadster is even duur als exclusief. Slechts vierduizend werden gemaakt. De glanzende verf en het glanzende chroom van deze cabriolet illustreren de rijkdom van het paar, zeldzaamheden in de Verenigde Staten tijdens de Grote Depressie.
Meer dan 65.000 negatieven
In een halve eeuw heeft Van der Zee een collectie opgebouwd van meer dan 65.000 negatieven waarin ieder aspect van het zwarte leven in Harlem is vereeuwigd. Zelf raakt hij in de jaren ’60, als draagbare fototoestellen populair worden, als studiofotograaf in de vergetelheid. Hij schraapt geld bij elkaar door fotokopieën en kalenders te maken. Zijn fotocollectie ligt ondertussen in zijn studio te verstoffen.
Van Der Zee dreigt samen met zijn foto’s onzichtbaar de geschiedenis in te gaan. Totdat een scout, Reginald McGhee van het Metropolitan Museum of Art, in 1968 zijn studio binnenloopt en de collectie negatieven ontdekt. Zijn foto’s worden de belangrijkste toevoeging aan de controversiële Harlem on my Mind expositie uit 1969, waarin voor het eerst nationale aandacht wordt besteed aan de kunst en cultuur van Harlem.
Plotseling is James Van der Zee op zijn 86ste een gerenommeerd en gewild kunstenaar. Beroemde Afro-Amerikanen als Bill Cosby, Muhammad Ali en Jean-Michel Basquiat laten zich door hem portretteren. Zijn foto’s worden aangekocht door musea als het Metropolitian Museum of Art en het MoMa in New York, The National Portrait Gallery in Washington D.C. en het Art Institute in Chicago.
James Van Der Zee overlijdt op 96-jarige leeftijd, op 15 mei 1983 in Washington D.C. Tegenwoordig maken zijn foto’s onderdeel uit van gerenommeerde musea zoals The Museum of Modern Art in New York, het Smithsonian American Art Museum in Washington, D.C., het Los Angeles County Museum of Art, en het Detroit Institute of Arts.
James Van Der Zee maakte zijn foto’s niet alleen in de studio, klanten vroegen de fotograaf ook om naar hun huizen, kerken of scholen te komen om bruiloften, doopfeesten, sportcompetities en dergelijk vast te leggen.